Veel vogelsoorten broeden in het hoge Noorden. Het is er bijna 24/24 licht en zo kunnen ze volop eten verzamelen en zien ze vijanden beter komen. Maar na de zomer worden de dagen korter en kouder, waardoor ze moeten migreren naar het Zuiden. Nogal wat soorten kiezen voor de Lage Landen als winterbestemming. Ganzen, eenden, steltlopers, zangvogels en roofvogels schuiven zo onze streken binnen. Ze zijn ook in Oostende volop te vinden op bijvoorbeeld de Spuikom en in het Krekengebied.
Tijdens deze lezing benoemen en bekijken we een flink aantal van deze wintergasten.