Want het is van het schoonste dat er is. Het plezier van spelen. Mogen prutsen en proberen.
‘Yes! Gevonden’, gil ik vrolijk. Ik wurm mezelf een weg uit het fort aan kartonnen dozen dat ik tijdens de zoektocht naar mijn kalligrafiepennen bouwde. Aan mijn rechteroor bungelt een stofsliert, mijn knieën (of kom, volledige broek) kleuren wit van het stof op de keldervloer, maar het deert niet. Er wacht me een avond spelen met papier, inkt en brede pennen.
Ooit – in een ver puberverleden, lang voor het Internet en de mooi vormgegeven inspirational quotes bestonden – schreef ik me in voor een reeks kalligrafie. Week na week trok ik met een schoenendoos propvol pennen, inkt en vloeipapier naar het leslokaal. Avond na avond vormde ik minutieus letters tussen zacht getekende potloodhulplijntjes.
‘Het had iets’, bedacht ik. ‘Traag lijnen trekken, een tekst opbouwen met streepjes en krulletjes. Helemaal opgaan in het krassen van de pen op papier.’
Was het goed? Ik vond van wel.
Was het mooi? Ik vond van wel.
Was ik er trots op? Wees maar zeker.
En dat gevoel is de reden dat ik de kelder indook om te graven tussen mijn lang genegeerde knutselspullen. Want het is van het schoonste dat er is. Het plezier van spelen. Mogen prutsen en proberen. Experimenteren met nieuwe materialen en duiken in onbekende onderwerpen. Mogen van wie? Simpelweg van jezelf. Louter om de lol van het doen, het weten en het ontdekken. Niet met een resultaat of duidelijk doel aan de horizon.
Mijn avond met mijn opgedolven pennen resulteert in dertien kladjes en een hardnekkige paarse vlek op mijn duim. Neen, geen mooi vormgegeven zin die in een kader aan de muur kan blinken. Ook geen hervonden talent om in het perfecte schrift titels te handletteren op pakweg de voorraadpotten in de kast.
Wel een gevoel van contentement terwijl ik pennen oppoetste en mijn inkt uittestte. Voelen hoe mijn hand nog wist hoe deze zich moest vouwen om de pen stabiel te houden. De ‘A’ die loepzuiver op het papier verscheen, de ‘G’ die poging na poging meer op het voorbeeld leek.
Lang leve het amateurisme. Het hoeft allemaal niet perfect. Je kan alles proberen, maar het hoeft niet op het hoogste niveau. De lat mag laag en dat is de ideale hoogte.
In de wachtrij op mijn verlanglijst staan al wat dromen. Een liedje of drie kunnen pingelen op de ukulele, een tekening zeefdrukken op textiel, vogels in mijn tuin kunnen herkennen (want die koolmees en pimpelmees zaaien elke keer opnieuw verwarring) niet alleen op zicht maar ook aan hun gezang en zelf kaneelbroodjes bakken.