Het meten van de tijd was een belangrijk element voor de ontdekkende mens die zocht naar zichzelf en de wereld.
Francis Bacon schreef ooit: ‘Slechts door maanden, jaren, weken, uren, minuten en seconden af te meten kon de mensheid zich bevrijden van de monotone kringloop van de natuur.’ Mensen hebben altijd de tijd willen meten.
Aanvankelijk werd dit sterk gelinkt aan de hemellichamen en tot op heden zijn ruimte en tijd onafscheidelijk verbonden. De eerste klok luidde in kloosters om de dag in te delen in gebedsstonden. Geleidelijk aan werd de klok een bruikbare maatstaf. Eerst enkel voor wetenschappers, maar sinds de opkomst van de stoomtrein in de 19de eeuw ook een noodzakelijkheid voor Jan met de pet.
Gemeenschappelijke tijd bracht de eerste gemeenschappelijke kennis, een manier om ontdekkingen te delen, een gezamenlijke begrenzing van het onbekende.